Op weg naar nooit meer honger...

11 november 2010 - Luang Prabang, Laos

Making merit in Luang Prabang
De ochtend wekt me. Met enige moeite zoek ik een lampje, zakdoek en gsm. 5u, te vroeg om wakker te worden. Anderzijds, nu ik toch wakker ben, de deur uitgaan om getuige te zijn van het eeuwenoude ritueel van monks die om hun aalmoes komen. Doe ik. Trek m'n fleece aan en m'n nieuwe wikkelbroek en ga de kamer uit. Els move-t niet. Het vrouwtje van ons guesthouse is nergens te bespeuren maar hoort me blijkbaar en laat me buiten. Alles was nog op slot, ik had de Laotianen overtroffen in het vroeg opstaan! Of ze was al rijst aan het koken, dat kan ook. Daar stond ik dan, op een lege, nog donkere straat. "Ikki aais onk?", er liep een dame'tje achter me aan, die al gauw door had wat mij zo vroeg de baan op bracht. Na enkele seconden pastte mijn slaperig brein zich aan het basic-Engels van hier aan. Afgaand op de klanken die nogmaals uit haar mond ontsnapten "ikke aais onk??", kon ik opmaken dat ze me
sticky rice (for the) monks wilde verkopen. "10.000 kip". "No, thank you", en ik liep verder. Enkele meters verderop waren al een paar gelovigen er als de kippen bij om hun matje uit te stallen, schoenen mooi erachter te laten staan en hun aalmoezen mooi te schikken in de gouden en zilveren potjes die ze mee hadden.
Dit soort "making merit", eten geven aan de monniken, zou er immers volgens het Theravada-boedhisme voor zorgen dat je in je volgend leven (op weg naar het Nirvana) geen eten tekort zou komen. Reden genoeg dus, zo blijkt, wanneer zich stilletjes aan de hele hoofdstraat van Luang Prabang vult met matjes, gelovigen en lekkers of andere dingen om uit te delen. Van rijst tot snoepgoed, van koekjes tot geld. Verwend werden ze wel, die monks. Hoewel dat voor interpretatie vatbaar is, wetende dat dit voedsel waarschijnlijk voor hun laatste maal van de dag, i.e de lunch (!), bedoeld is.

De straat wordt levendiger, tuktuks rijden af en aan en zetten gelovigen af die rekenden op de goodwill van de vroegere opstaanders, om voor hen een plaatsje vrij te houden. Allemaal op 1 rij, allemaal met een band schuin over hun schouders, allemaal in de speciale ik-kijk-naar-buddha-positie van de voeten weggedraaid onder de schoot. Mannen rechtop, vrouwen geknield. Alle hoofden zijn al meer dan een uur naar links gedraaid, want vandaar zouden ze komen. Busjes stoppen en hordes toeristen stappen uit. Ik ben hier jammergenoeg niet de enige die dit idee had. En daar zijn ze dan eindelijk, als het licht wordt, verschijnen ook de monks aan de hoek van de straat - overigens afgezet en bewaakt door de politie.
In okergele en oranje gewaden komt de eerste monk eraan, stapvoetsgewijs en krijgt van ieder iets. Dit wordt een rij van honderden, misschien wel duizend monks, goed voor meer dan een half uur prachtig schouwspel, zeker vanop de prima plaats die ik - en niet de andere toeristen - voor mezelf veroverd had, achter de aalmoesgevers en dus face-to-face met de oranje gewaden en de afgeschoren hoofdjes. Stap voor stap komt de monk-slang in beweging, en doet haar potje open bij elk uitstekend hand. Wat ze niet willen, of wat er niet meer in kan, gooien ze in een zak achter hen, gedragen door jongetjes die braafjes meelopen. Dit alles in volledige stilte met zo nu en dan een glimlach als de uitgestrekte hand eens iets anders aanreikt dan "ikki aais", sticky rice dus.
Ik blijf kijken, en leg dit tafereel vast. Wanneer, een half uur later, de laatste monnik passeert, rent iedereen achter de oranje kolonne aan om te confisceren wat de monks niet wilden. Dit komt wellicht morgen terug in het aalmoezenmandje terecht. Maar honger lijden zullen ze niet, in hun volgend leven....

Foto’s

1 Reactie

  1. Ellen:
    6 december 2010
    De ochtend wekte me, het was zondag 9u30. Ik wil nog slapen, zeker nadat het de avond ervoor zo laat geweest was. Spelletjesavond thuis georganiseerd was beetje uitgelopen. Anderzijds, MOET ik opstaan om getuige te zijn van een eeuwenoud ritueel waar een oude man op zijn paard over de daken wandelt en de zwarte man zich door de schoorsteen wurmt met pakjes voor de brave kindertjes. Ik zoek mijn nachtjapon en mijn sloffen. Verdorie het is koud! Al begint de sneeuw stilaan te smelten, maar hierdoor vriest het water weer aan en krijg je trappen en stoepen zo glad als het hoofdje van jullie monnik. Ik verlaat de slaapkamer, Joris move-t niet. De poes van onze guesthouse is nergens te bespeuren, maar hoort me blijkbaar en komt me vergezellen naar de keuken. Na enkele seconden paste mijn slaperige brein zich aan en besefte ik wat er allemaal moest gebeuren. Mijn hartje nog slapend, grabbelde ik in de kast en haalde een hele berg snoepgoed tevoorschijn. Al strooiend met het snoepgoed, maar toch binnen de perken, liep ik door de woonkamer. Chocolade munten, tuttifrutti, zuurtjes, slierten, nic-nac, haribo assortimenten, mandarijnen enz. kleurden voor de haard. Nu nog de pakjes, die Sint Ellen is gaan kopen. Dit soort "Sinterklaas" spelen, kinderen blij maken met cadeautjes die door een zogezegde goede man zijn gebracht,zou ervoor zorgen dat je een goed gevoel krijgt. En inderdaad, hoe stom het ook is ik ben fier op mijn gestrooi en pakjes en hoop dat die kinderen er blij mee zullen zijn. Correctie, dat mijn pakjes de leukste zijn. Ook al is het geen wedstrijd, ik wil dé leuke zus en tante zijn! Mijn hartje alsook mijn brein worden wakker en ik besef dat ik dringend aan het eten moet beginnen. Verse balletjes in verse tomatensaus. En dit voor 10personen!! Vol stress begin ik eraan. Auto's stoppen en hele families stappen uit. En daar zijn ze dan eindelijk,als het middag wordt verschijnen ook de kinderen. In meisejachtige gewaden komt het eerste kind binnen en kijkt verwonderd naar alles wat op de grond ligt. De zwarte man is een beetje onstuimig geweest, me dunkt. Stapvoetsgewijs komt het andere kindje binnen gevolgd door zijn hele gevolg, let, moeder,vader,oma, opa, peter, schoonfamilie, goed voor meer dan een halfuur schouwspel,zeker vanop de prima plaats die ik verovder heb. Stap voor stap rapen de kinderen het snoepgoed op en steken het in hun potje. Wat niet meer in het potje past wordt in een zak gestoken, gedragen door mama en papa. Ik wil blijven kijken om dit tafereel vast te leggen, maar mijn ballekes in tomatensaus kunnen niet wachten. Wanneer een halfuur later het laatste snoepje in de zak verdwijnt, rent iedereen naar de rode smurrie toe aan tafel om hun deel te confisceren. Het snoepgoed puilt uit de zakken en komt volgend jaar wellicht terug. Maar suikertekort zullen ze niet lijden, tijdens hun volgende Sinterklaas...